De instructie geldt voor zowel het beertje als het konijntje, alleen de oren (stap 11 t/m 18) wijken af!
1. Het lijf: eerste toer
Begin met het haken van 2 lossen en haak daarna in de eerste gehaakte losse 6 vasten.
Laat het draadje waar je de eerste lus mee maakt wat langer dan nodig. Je kunt dit draadje gebruiken als markeerdraad voor het tellen van de toeren.
Trek, als je een aantal toeren verder hebt gehaakt, het begindraadje stevig aan om het gaatje goed dicht te trekken.
Normaal sluit je elke ronde met een halve vaste steek, bij een Amigurumi moet je doorhaken in een spiraal!
2. Tweede toer van het lijf
Haak in elke vaste van de vorige toer 2 vasten. Aan het eind van deze toer heb je nu 12 steken gehaakt.
3. Derde toer van het lijf
Haak in de eerste steek van de vorige toer 1 vaste en in de volgende steek 2 vasten. Herhaal dit tot het eind van de toer. Je hebt nu 18 steken gehaakt.
4. Vierde tot en met de zevende toer van het lijf
Haak op ieder van de achttien vasten uit de vorige toer een vaste. Herhaal dit tot en met toer zeven.
5. De draad afhechten
Hecht de draad af en weef het uiteinde door het haakwerk.
Laat bij het afknippen van de draad een lang stuk zitten voor het vastnaaien van het lijf aan het hoofd.
6. Het lijf opvullen en vastnaaien
Vul het lijf stevig op en naai deze vast aan het hoofd. Doe dit met een eenvoudige slinger steek. Steek de naald in het ene onderdeel en daarna in het andere onderdeel en trek vervolgens de draad stevig aan.
Gebruik hele kleine steekjes bij het vastnaaien van de onderdelen!
Omdat veel Amigurumi’s een groot hoofd hebben en een klein lijfje, willen ze nog wel eens voorover vallen. Om dit te voorkomen kun je het lijfje verzwaren met bijvoorbeeld ongewassen!! gedroogde bonen. Als je dan eerst een oud panty kousje in je Amigurumi stopt, weet je zeker dat de vulling later niet naar buiten komt. Attentie!! Voor kinderen kan het gebruik van verzwaring gevaarlijk zijn!
7. De poten (4 stuks) haken: eerste toer
Begin met het haken van 2 lossen en haak daarna in de eerste gehaakte losse 6 vasten.
8. Tweede tot en met de vijfde toer van de poten
Haak op ieder van de zes vasten uit de vorige toer een vaste. Herhaal dit tot en met toer vijf.
9. De draad afhechten
Hecht de draad af en laat daarbij een lang stuk draad zitten voor het vastnaaien.
10. De poten aan het lijf naaien
Naai de opening van de poten dicht en naai ze met een slingersteek vast aan het lijf.
Leg alle onderdelen gevuld en afgewerkt klaar. Speld dan eerst de hele Amigurumi in elkaar voor dat je alles vastnaait. Op die manier kun je goed kijken of de armpjes gelijk zitten en of het hoofdje recht staat.
11. De oren van de beer (2 stuks): eerste toer
Begin met het haken van 2 lossen en haak daarna in de eerste gehaakte losse 5 vasten.
12. Tweede toer van de oren van de beer
Haak in elke vaste van de vorige toer 2 vasten. Totaal heb je nu 10 steken gehaakt.
13. Derde toer van de oren van de beer
Haak in de eerste steek 1 vaste en in de volgende steek 2 vasten. Herhaal dit 4 keer, waarna je 15 steken hebt gehaakt.
14. Vierde tot en met de zesde toer van de oren van de beer
Haak op ieder van de 15 vasten uit de vorige toer een vaste. Herhaal dit tot en met toer zes.
15. De draad afhechten
Hecht de draad af en laat daarbij een lang stuk draad zitten voor het vastnaaien. Naai de opening van de oren dicht en naai ze vast aan het hoofd.
16. De oren van het konijn (2 stuks): eerste en tweede toer
Haak losjes een ketting van 15 lossen. Steek de naald in de derde lus van de ketting en haak tot het eind van de ketting halve stokjes, 12 in totaal. Keer het haakwerk om en haak op ieder half stokje opnieuw een half stokje.
17. De draad afhechten
Hecht de draad af en laat daarbij een lang stuk draad zitten voor het vastnaaien.
18. De binnenkant van de oren van het konijn
Knip uit het roze vilt een rechthoekje van 1 cm breed en 6,5 cm lang en knip één korte zijde rond (zie afb). Naai het vilt aan de binnenkant van de oren en naai daarna de oren vast aan het hoofd.
19. De staart van het konijntje maken (optioneel)
Haak twee lossen en haak daarna in de eerste gehaakte losse vijf vasten. Haak in elke vaste van de vorige toer 2 vasten, aan het eind van deze toer heb je dan 10 steken gehaakt. Haak op ieder van de 10 vasten uit de vorige toer een vaste, aan het einde van de toer hecht je de draad af en laat je een lang stuk zitten om de staart mee vast te kunnen naaien.