1. Wat is een tampon?
Een tampon is een hulpmiddel dat je beschermt tegen het bloedverlies tijdens je menstruatie. Het absorbeert bloed en het voorkomt lekken. Als de tampon goed is ingebracht voel je deze niet zitten en dat maakt een tampon een prettig middel om te gebruiken.
2. Handen wassen
Voor dat je de tampon in gaat brengen is het belangrijk om je handen te wassen. Dit voorkomt dat je ongewenste bacteriën binnen krijgt bij het inbrengen van je tampon.
3. De tampon uit de verpakking halen
Vaak kun je het plastic omhulsel op een makkelijke manier openen. Gooi dit omhulsel altijd in de prullenbak en spoel deze niet door het toilet. Hetzelfde geldt overigens voor de tampon: rol deze na het verwijderen in wc-papier en gooi de tampon in de prullenbak. Dat voorkomt een verstopte wc.
Zorg ervoor dat je ontspannen bent en niet verkrampt. Zo gaat het inbrengen een stukje makkelijker! Door rustig en diep naar je buik te ademen zorg je voor een meer ontspannen toestand van je lichaam.
4. Touwtje controleren
Aan de onderkant van de tampon hangt een touwtje. Voordat je de tampon inbrengt, trek je het touwtje van de tampon helemaal uit zodat het los naar beneden bungelt. Het touwtje zorgt ervoor dat je de tampon later weer gemakkelijk kunt verwijderen. Controleer voor het inbrengen ook altijd even of het touwtje goed vastzit aan de tampon, door kort en krachtig eraan te trekken. Een fabrieksfoutje is tenslotte altijd mogelijk.
Let erop dat het touwtje buiten je vagina blijft hangen. Je hebt het touwtje nodig om je tampon straks weer te kunnen verwijderen.
Zet bij het inbrengen één voet op een verhoging, zoals de wc-bril.
5. Inbrengen van de tampon
Het indoen van een tampon gaat als volgt:
- Plaats je wijsvinger onderaan de tampon, houd je tampon tegen de onderkant van je vagina en duw de tampon vervolgens zo ver mogelijk naar binnen richting de onderkant van je rug.
- Je vinger is daarbij een goede lengtemaat want als de tampon zo ver erin geduwd zit dat dit door de lengte van je vinger niet meer verder kan, zit je tampon vaak op de goede plek.
- Als het goed is voel je de tampon vrijwel niet meer zitten als je loopt of beweegt. Voel je de tampon nog erg? Duw deze dan nog wat verder door of duw de tampon lichtjes in een andere positie, zodat deze wel lekker zit.
6. Tampon verwijderen
- Verwijder de tampon door voorzichtig aan het touwtje te trekken.
- Adem rustig naar je buik, zodat je goed ontspant.
- Gaat het verwijderen wat stroef maar is het toch tijd om de ob te verwisselen? Ga dan zonodig gehurkt (dus door je knieën) op de grond zitten. Blijf rustig aan het touwtje trekken zodat je de tampon langzaam en met zo min mogelijk pijn weer kunt verwijderen.
- Experimenteer ook met het kantelen van je bekken. Soms kan de positie van je bekken het verwijderen van de tampon vergemakkelijken.
7. Het inbrengen van de tampon gaat moeilijk
Het kan zijn dat het inbrengen de eerste keren moeizaam en stroef gaat. Dit is normaal en het zal steeds makkelijker gaan naarmate je vaker tampons hebt gebruikt. Soms kan het wel helpen om bij het inbrengen van je ob, de richting waarin je duwt iets te veranderen. Kijk of het dan iets soepeler gaat.
8. Na hoeveel tijd moet je een tampon vervangen?
- Als je hevig menstrueert is het belangrijk om je tampon elke drie tot zes uur te verwisselen.
- Wanneer de menstruatie lichter is kan deze eventueel elke zes tot acht uur worden vervangen.
- Let erop dat je de tampon ivm bacteriën regelmatig (minstens drie keer per dag) vervangt.
De 'tamponziekte' kan onder andere ontstaan door het verkeerd gebruik van een tampon en met name de gewoonte om sterk absorberende tampons te lang in te houden. Hierdoor kan het vaginaalvocht zich ophopen en in de tampon een broedplaats vormen. De ziekte kan dodelijk zijn maar is tegenwoordig wel uiterst zeldzaam.