Je kunt deze babysokjes breien met twee kleuren wol, of gewoon volledig van een en dezelfde kleur wol (zie foto). Brei je sokjes met twee kleuren, dan hebben de teentjes en de hiel van het sokje een andere kleur.
1. Het boordje breien in boordsteek
Zet 26 steken op je breinaald en brei de eerste 2 steken recht. Haal de draad naar de voorkant van het breiwerk en brei de volgende 2 steken averecht. Haal daarna de draad weer naar de achterkant en brei steeds om en om 2 steken recht, 2 steken averecht (boordsteek) de hele naald uit.
Brei op dezelfde manier ook de daaropvolgende toeren, waarbij je iedere naald eindigt met 2 rechte steken en elke nieuwe naald weer begint met 2 rechte steken. Ga zo door tot het boordje 8 centimeter lang is.
Op onze site vind je ook instructievideo’s voor
steken opzetten,
recht breien en
averecht breien.
2. In tricotsteek verder breien
Brei nu in tricotsteek verder. Dit doe je door om en om 1 naald recht te breien en 1 naald averecht. Begin met een heengaande naald en brei deze in rechte steken. Brei daarna de teruggaande naald in averechte steken. Herhaal dit tot je 6 naalden in tricotsteek hebt gebreid, dus in totaal 3 naalden recht en 3 naalden averecht, waarbij je eindigt met een naald averecht.
Bij het breien van het hieltje laten we direct in de 1e heengaande naald de laatste 18 steken van het breiwerk op de breinaald staan, zonder deze te breien (in de wacht). We breien het hieltje dus alleen met de eerste 8 steken op de breinaald.
3. Het eerste halve hieltje breien: de eerste 2 toeren
Pak voor het breien van het hieltje (desgewenst) de andere kleur wol en brei met deze draad de eerste 8 steken op de naald recht. Hierna kun je de werkdraad van de eerste kleur wol ruim afknippen. Wil je met maar 1 kleur wol werken, ga dan gewoon verder zoals je aan het werk was.
Laat de volgende 18 steken zonder deze te breien op de breinaald staan (in de wacht) en brei de gebreide 8 steken averecht terug met de breinaald waarop de overige 18 steken in de wacht staan.
Brei, om de nieuwe kleur goed aan te hechten, de eerste 3 steken met een dubbele draad.
4. De overige toeren breien: steken in de wacht zetten
Brei de eerste 7 steken op de breinaald recht en laat nu ook de 8e steek uit de vorige toer, ongebreid bij de andere 18 steken op de breinaald staan. Brei de 7 steken weer averecht terug met de breinaald waarop nu 19 steken in de wacht. Brei vervolgens de eerste 6 steken weer recht, laat de 7e steek weer ongebreid op de breinaald staan en brei de 6 steken averecht terug. Herhaal dit achtereenvolgens in de volgende toeren, waarbij je als laatste de 3 steken averecht terug breit. Je hebt nu dus nog 3 steken van het hieltje over met 23 steken in de wacht.
5. Steken opnemen
Brei nu in de heengaande toer de overgebleven 3 steken recht plus een 4e steek die in de wacht stond, is 4 steken recht totaal. Brei deze 4 steken averecht terug met de breinaald waarop nu nog 22 steken in de wacht, dus 1 steek minder dan hiervoor.
Brei daarna de 4 steken weer recht heen plus daarbij een 5e steek die in de wacht stond. Brei deze 5 steken weer averecht terug. Herhaal om en om deze rechte en averechte toeren en brei daarbij in de heengaande, rechte toeren, steeds 1 steek die in de wacht stond erbij. Ga door totdat je voor het hieltje weer 8 steken totaal op je breinaald hebt staan met nog 18 steken in de wacht. Eindig met het averecht terug breien van de 8 steken en knip daarna de werkdraad ruim af.
6. Het tweede halve hieltje breien
Brei met dezelfde kleur wol als van het 1e halve hieltje aan de andere kant van het breiwerk nu het 2e halve hieltje.
Keer het breiwerk en brei de eerste 8 steken op de breinaald averecht. Laat de daaropvolgende 18 steken ongebreid op je breinaald staan en brei de gebreide 8 steken recht terug. Brei daarna de eerste 7 steken weer averecht en laat de 8e steek zonder deze te breien bij de overige 18 steken op de naald staan. Brei vervolgens de 7 steken weer recht terug met nu 19 steken in de wacht.
Herhaal dit, waarbij je na iedere naald averecht de laatst gebreide steek van de vorige toer in de wacht zet en met 1 steek minder, recht terug breit. Ga door tot je nog 3 steken op je breinaald over hebt en eindig met een naald recht breien van deze laatste 3 steken.
7. Steken opnemen
Brei de overgebleven 3 steken averecht plus een 4e steek die in de wacht stond, is 4 steken totaal. Brei deze 4 steken recht terug met een naald waarop nu 22 steken ongebreid staan, dus 1 steek minder dan hiervoor.
Brei daarna deze 4 steken weer averecht plus daarbij een 5e steek die in de wacht stond. Brei de 5 steken weer recht terug. Herhaal deze toeren averecht en recht en brei daarbij in de heengaande naald averecht, steeds 1 steek die in de wacht stond erbij. Ga door totdat je voor het hieltje weer 8 steken totaal op je breinaald hebt staan en eindig met een naald recht terug breien van deze 8 steken. Knip daarna de draad wol ruim af wanneer je met twee kleuren wol werkt.
8. Verder breien met alle 26 steken
Pak nu, voor een tweekleurig babysokje, weer de kleur wol van het boordje om mee verder te breien. Begin met een naald averecht en brei met alle 26 steken verder in tricotsteek - heengaande naald recht, teruggaande naald averecht - tot een lengte van 4 centimeter. Je breit nu dus met de 2 keer 8 steken van de hieltjes plus de 10 steken die tussen de twee hieltjes in, in de wacht zijn blijven staan. Na 4 cm hoogte kun je het teentje van het sokje gaan breien.
9. Het teentje van het babysokje breien: de 1e en 2e toer
Gebruik voor het teentje van het sokje dezelfde kleur wol als voor het hieltje wanneer je met twee kleuren werkt. Direct in de eerste naald breien van het teentje begin je met het minderen van steken.
Brei eerst 5 steken recht. Schuif de 6e steek zonder deze te breien over op de andere naald (is steek afhalen). Brei daarna de volgende (7e) steek recht en haal de 6e, de afgehaalde steek, over de gebreide 7e steek heen. Het op deze manier over elkaar heen halen van 2 steken wordt een enkelvoudige overhaling genoemd.
Brei na de enkelvoudige overhaling 2 steken samen en vervolgens 8 steken recht. Dan weer een steek recht afhalen, een steek breien en de afgehaalde steek over de gebreide steek heen halen (enkelvoudige overhaling). Daarna weer 2 steken samen breien en de laatste 5 steken op de naald recht. Brei de overgebleven 22 steken averecht terug.
10. De volgende naalden breien
Begin weer met het breien van 5 steken recht, dan een enkelvoudige overhaling (zie vorige stap) met daarna 8 steken recht. Vervolgens weer een enkelvoudige overhaling en dan de naald uit met 5 steken recht. Je mindert vanaf deze naald dus alleen nog met 2 enkelvoudige overhalingen en breit geen steken meer samen. Brei de overgebleven 20 steken averecht terug.
Brei hierna nog 6 toeren waarbij je steeds in de heengaande naalden recht steken mindert en daarna de naalden averecht terug breit, zonder minderingen. De steken tussen de minderingen zullen hierbij na iedere toer in aantal afnemen. In de laatste naald averecht terug heb je dan nog 14 steken in totaal over.
Herhaal alleen de enkelvoudige overhalingen. Brei dus geen steken meer samen!
11. De werkdraad afknippen en afhechten
Knip nu de werkdraad van het teentje ruim af. Steek de draad in de maasnaald, rijg zoveel mogelijk steken op de naald en haal de draad door de steken heen. Herhaal dit tot alle steken op zijn en trek daarna de draad stevig, maar ook weer niet té hard aan. Het teentje moet wel in model blijven. Hierna kun je het sokje bij het teentje gaan sluiten en de draad afhechten door deze in het breiwerk weg te steken.
Let op dat er geen propje aan de binnenkant van het teentje komt te zitten.
12. Het babysokje dichtnaaien
Naai het sokje aan de binnenkant dicht. Hecht de draden goed af door ze met een maasnaald helemaal weg te steken in het breiwerk. Keer daarna het sokje om, vouw het boordje dubbel en klaar is je eerste sokje. Op dezelfde manier brei je nu het tweede sokje. Veel succes!
Versier de sokjes met een strik, borduursel, of (gebreid) bloemetje; rijg een koordje of lint door het sokje; neem voor een extra leuk effect gemêleerde wol.