Rookmelder ophangen: een veilige plaats bepalen.

1. Primaire vluchtweg bepalen

Het is belangrijk dat je bij brand tijdig en snel de woning kunt verlaten. Breng daarom jouw primaire vluchtweg in kaart en hang hier in ieder geval rookmelders op. Meestal bevindt je primaire vluchtweg zich in de gang. Hang op iedere verdieping een rookmelder (dus niet alleen op de begane grond), zodat je verzekerd bent van een goede basisbeveiliging.

2. Rookmelders in iedere ruimte

Ga je voor meer zekerheid, plaats dan een brandmelder in iedere ruimte die met een deur is afgesloten. Uitzonderingen hierop zijn de garage, de keuken en de badkamer. De kans op vals alarm van de rookmelder is hier te groot door stof en stoom; je kunt in deze ruimtes daarom beter hittemelders gebruiken.

3. Juiste plek aan plafond bepalen

Indien mogelijk, hang de rookmelder dan altijd aan het plafond. Hierdoor zul je het snelst gewaarschuwd worden. Bevestig de rookmelder centraal in de ruimte, minimaal 50 centimeter van de hoeken af.

4. Rookmelder in puntdak ophangen

Wil je een rookmelder ophangen in een puntdak? Dan is het ook hier van belang om de rookmelder het liefst zo'n 50 centimeter onder de nok van het dak te hangen. Stilstaande lucht kan namelijk verhinderen dat rook snel de rookmelder bereikt.